Review: J.J. Hermsen – Stil de tijd

De thema’s die in Stil De Tijd worden behandeld zijn divers, en de invalshoeken erop ook – dat maakt het een leuk boek. Er zijn wel een boel puntjes die het geheel lastig verteerbaar maken voor mij en daardoor is het een “mixed bag” met een paar goede en een flink aantal slechte punten.

Eerst de thema’s op een rij:
* tijd
* geheugen
* (westerse) maatschappij kritiek
* grieken en etrusken
* leven na de dood
* het “diepere zelf”

Sommige thema’s worden ook een beetje behandeld, zoals “het schrijverschap” maar misschien was dat niet echt nodig. Het is al zo’n scala aan thema’s. Als we iets daarover willen lezen kunnen we misschien beter teruggrijpen op Borges ofzo.

De hierboven genoemde onderwerpen komen steeds in andere vormen en met andere voorbeelden terug in de essays. Dat is op zich een leuk uitgangspunt, maar pakt niet overal goed uit. Ik vind de essays waarin de schrijfster zelf het woord neemt verreweg het beste. Bijvoorbeeld het tweede hoofdstuk over Bergson is gelardeerd met zoveel citaten dat de hele flow uit het verhaal gaat en je je afvraagt of de schrijfster zelf ook nog nagedacht heeft. Om even in diezelfde modus te stappen:

“Reading is merely a surrogate for thinking for yourself; it means letting someone else direct your thoughts. … You should read only when your own thoughts dry up, which will of course happen frequently enough even to the best heads; but to banish your own thoughts so as to take up a book is a sin against the holy ghost; it is like deserting untrammeled nature to look at a herbarium or engravings of landscapes.”

– Arthur Schopenhauer, Essays and Aphorisms

Het verhaal over Bloch is juist wel prima leesbaar en daardoor ook interessanter vind ik. Het verschil zit hem er misschien in dat die niet in vertaling beschikbaar was en de schrijfster noodgedwongen een eigen weergave moest geven waarbij de “ en de ‘ niet overmatig gebruikt konden worden.

Van de samenvatting van het boek van Sloterdijk vraag ik me eerlijk gezegd af waarom dat erin zit? Wellicht snap ik het niet helemaal, maar het lijkt er een beetje bijgesleept te worden.

Her en der worden veel opmerkingen gemaakt over allerlei issues van de Westerse maatschappij en hoe slecht het allemaal wel niet is. Dat sentiment leeft bij velen, maar natuurlijk niet bij iedereen. Wat mij betreft is het best wel misplaatst. Er zijn namelijk zeker wel issues te noemen, maar die vallen nogal in het niet vergeleken met bijvoorbeeld het leven in een dictatuur waar je je leven niet zeker bent of een arm land waar je niet weet of je morgen nog genoeg te eten hebt. Het is ook een beetje hypocriet om dat her en der zomaar te roepen terwijl je diverse (gesubsidieerde ?) studieplekken in Athene en Bergen hebt bezocht en heerlijk genoten van een luxe hotel in Italië tijdens het schrijven van dit boek.

Ik krijg het idee dat de schrijfster heel graag wil dat er leven na de dood is, maar dan op een andere manier dan in de grote godsdiensten wordt beschreven. Wat mij betreft zijn die mystieke opmerkingen niet echt nodig om toch een interessant verhaal te kunnen vertellen over de beleving van tijd en de magie van het gebruik van het geheugen zoals bij Proust. Hoe zit het bijvoorbeeld met situaties waarin de tijd lijkt stil te staan? Bij enorme paniek en een uit de hand lopende situatie lijkt de tijd enorm traag te gaan en kan je je soms alle details tot in grote nauwkeurigheid herinneren. Een beetje het omgekeerde als het verhaal over verveling wat Hermsen schrijft. Lijkt me interessant om daar nog dieper op in te gaan. De subjectieve beleving van tijd in verschillende omstandigheden.

Een ander puntje over dat vervelen. Als dat inderdaad de bron is van creativiteit en goede ideeën, dan zouden we in die verfoeilijke maatschappij van ons een explosie van creativiteit etc moeten hebben, gezien de urenlange vergaderingen die duizenden mensen per dag moeten bijwonen 😉

Wat ook een beetje jammer is, is dat geheugenonderzoek heel selectief gepresenteerd wordt. Bijvoorbeeld het involuntaire geheugen van Proust kan super makkelijk beïnvloedt worden door gebeurtenissen die plaats hebben gevonden na de herinnerde gebeurtenissen (zie de vele studies van Loftus). Dat lijkt me wel relevant voor de hele uiteenzetting over geheugen maar hiervan wordt niets meegenomen.

De meest geslaagde hoofdstukken voor mij zijn die over de kunstenaars en de reisjournalen. Daar genoot ik van en heb er ook veel van opgestoken. Ik heb het idee dat ik daar het meest de schrijfster zelf aan het woord hoor en haar ideeën het duidelijkst naar voren komen. Ik ben wel erg geïnspireerd geraakt om een aantal dingen zelf verder te gaan lezen en een literatuurlijst zou daarbij erg behulpzaam zijn (maar die staat er niet in). Al met al heb ik er dus wel wat aan gehad, maar vond ik meer dan de helft van het boek niet echt een fijne lees ervaring. Vandaar de 3 sterren.